Vlaanderen wordt sinds 2019 ingedeeld in Vervoerregio’s en Oost-Brabant behoort tot de vervoerregio Leuven. Hier maken 31 gemeentes deel van uit en zij moeten beslissen hoe bijvoorbeeld de middelen van het openbaar vervoer zullen worden verdeeld. Dit blijkt echter geen gemakkelijke oefening te zijn maar de plattelandsgemeentes hebben hun krachten sinds vorig jaar gebundeld.
Tijdens een eerste voorstelling van het toekomstige openbaar vervoernet bleek dat het platteland ondergewaardeerd wordt terwijl er op het platteland volgens ons net meer nood is aan openbaar vervoer. Daarom heeft Kortenaken samen met Bekkevoort, Geetbets, Tielt-Winge, Linter, Zoutleeuw en Glabbeek de handen in elkaar geslagen. We blijven elke vergadering op dezelfde nagel kloppen en dat lijkt nu stilaan zijn vruchten af te werpen. Het is niet zo dat er binnenkort een sterk aanbod aan openbaar vervoer in onze gemeentes zal zijn, maar er zal wel een herverdeling van de middelen komen waarin wij als ‘blind vlek gemeentes’ extra middelen zullen krijgen uit de vooropgestelde pot van 4,7 miljoen euro voor vervoer op maat. Dat budget moet door de regio gebruikt worden voor een zo efficiënte mogelijk invulling van de lokale vervoersvragen.
Op onze vraag voor extra lijnen door onze gemeentes wordt helaas niet ingegaan. De Lijn en het Vlaams Departement Mobiliteit en Openbare Werken vonden onze gezamenlijke vraag voor een extra reguliere lijn Rummen – Geetbets – Kortenaken – Waanrode – Bekkevoort thans een goed voorstel en heeft het lang overwogen maar vermits de vervoerregio’s budgetneutraal moeten werken en deze extra lijn meer dan 1 miljoen euro per jaar kost, is het voorstel uiteindelijk niet weerhouden. Maar we hebben dan wel de voorwaarde gesteld om in ruil extra budget te krijgen om vervoer op maat uit te werken.
Onlangs werd meegedeeld dat 70% van het voorziene budget voor vervoer op maat in onze vervoerregio naar de blinde vlekken zou gaan wat uiteraard positief is. De Vlaamse regering heeft echter de middelen nog niet definitief vastgelegd en het is ook niet duidelijk hoe de middelen exact verdeeld zullen worden tussen alle gemeentes, maar het is alvast positief dat onze gezamenlijke aanpak lijkt te lonen en er naar ons wordt geluisterd. We wachten echter voorlopig nog even af want we willen uiteraard geen blanco cheque tekenen want de plattelandsgemeentes mogen niet het slachtoffer worden van de reorganisatie bij De Lijn. We zullen ons dan ook blijven verenigen om onze gemeentes niet van de kaart te laten vegen en vragen de Vlaamse regering om snel enkele knopen door te hakken.
Tijdens een eerste voorstelling van het toekomstige openbaar vervoernet bleek dat het platteland ondergewaardeerd wordt terwijl er op het platteland volgens ons net meer nood is aan openbaar vervoer. Daarom heeft Kortenaken samen met Bekkevoort, Geetbets, Tielt-Winge, Linter, Zoutleeuw en Glabbeek de handen in elkaar geslagen. We blijven elke vergadering op dezelfde nagel kloppen en dat lijkt nu stilaan zijn vruchten af te werpen. Het is niet zo dat er binnenkort een sterk aanbod aan openbaar vervoer in onze gemeentes zal zijn, maar er zal wel een herverdeling van de middelen komen waarin wij als ‘blind vlek gemeentes’ extra middelen zullen krijgen uit de vooropgestelde pot van 4,7 miljoen euro voor vervoer op maat. Dat budget moet door de regio gebruikt worden voor een zo efficiënte mogelijk invulling van de lokale vervoersvragen.
Op onze vraag voor extra lijnen door onze gemeentes wordt helaas niet ingegaan. De Lijn en het Vlaams Departement Mobiliteit en Openbare Werken vonden onze gezamenlijke vraag voor een extra reguliere lijn Rummen – Geetbets – Kortenaken – Waanrode – Bekkevoort thans een goed voorstel en heeft het lang overwogen maar vermits de vervoerregio’s budgetneutraal moeten werken en deze extra lijn meer dan 1 miljoen euro per jaar kost, is het voorstel uiteindelijk niet weerhouden. Maar we hebben dan wel de voorwaarde gesteld om in ruil extra budget te krijgen om vervoer op maat uit te werken.
Onlangs werd meegedeeld dat 70% van het voorziene budget voor vervoer op maat in onze vervoerregio naar de blinde vlekken zou gaan wat uiteraard positief is. De Vlaamse regering heeft echter de middelen nog niet definitief vastgelegd en het is ook niet duidelijk hoe de middelen exact verdeeld zullen worden tussen alle gemeentes, maar het is alvast positief dat onze gezamenlijke aanpak lijkt te lonen en er naar ons wordt geluisterd. We wachten echter voorlopig nog even af want we willen uiteraard geen blanco cheque tekenen want de plattelandsgemeentes mogen niet het slachtoffer worden van de reorganisatie bij De Lijn. We zullen ons dan ook blijven verenigen om onze gemeentes niet van de kaart te laten vegen en vragen de Vlaamse regering om snel enkele knopen door te hakken.