Afgelopen weekend zijn we voor de verjaardag van mijn vriendin op verrassingsweekend naar Amsterdam geweest. Drie daagjes rusten, genieten, wandelen en winkelen. Het deed ons deugd na de drukke periode van de verkiezingen :-). Nog eens een moment voor ons en we hebben er van genoten!
Maar als verkeerskundige kijk je ook naar bepaalde zaken in buitenlandse steden. Het aantal fietsen in Amsterdam is enorm. Op sommige stoepen is het werkelijk laveren tussen de fietsen. Rechts en links van je staan fietsen en de fietser zorgt er zelf voor dat er een vrije doorgang is. Je merkt aan veel dingen dat er meer over mobiliteit en ruimtelijke ordening wordt nagedacht. De perronindeling in treinstations is anders (3 sporen tussen twee perrons zodat treinen mekaar kunnen inhalen en er per perron 4 treinen kunnen stoppen (hierdoor gaat het overstappen sneller)), de dorpen zijn compacter, de wegen zien er meestal beter uit, er is veilige fietsinfrastructuur, ... Ook de tram over het drukke Amsterdamse Leidseplein viel me op: de tram rijdt tussen de shoppende toeristen (wij dus) en wacht op een tram uit de tegenovergestelde richting om van een dubbel spoor over te schakelen op een enkel spoor. Zo kan er zonder wissels door de winkelstraat worden gereden en vermijdt men storingen of hinder voor voetgangers.